De relatie tussen ons zenuwstelsel en de darmen
Als we ons afvragen wat er aan de hand is met ons spijsverteringsstelsel, denken we natuurlijk aan de onderdelen ervan: een gezonde darmflora, spijsverteringsenzymen en voeding, en de mogelijke aanwezigheid van gifstoffen en ziekteverwekkers. Er is echter nog een andere kritische factor die veel invloed heeft op de algehele werking ervan: ons zenuwstelsel.
Het zenuwstelsel
Ons zenuwstelsel bestaat uit twee delen. Er is het centrale zenuwstelsel, bestaande uit de hersenen en het ruggenmerg, en het perifere zenuwstelsel. Het perifere zenuwstelsel bestaat uit de zenuwbanen die het centrale zenuwstelsel verbinden met de rest van het lichaam. Omdat het alle verschillende delen met elkaar verbindt, moeten we ervoor zorgen dat het perifere systeem altijd in optimale conditie is.
Perifeer zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel, heeft zelf twee verschillende delen. Het parasympathische deel zorgt voor rust en ontspanning. Het sympathische deel zorgt voor actie. We hebben beide delen nodig en we hebben ze in perfecte balans met elkaar nodig, net zoals we een goede balans van rust en actie in ons leven willen.
Parasympatisch deel
Het parasympathische deel van het perifere zenuwstelsel zorgt voor de opname van voedingsstoffen, een verhoogde productie van spijsverteringssappen, een snellere stoelgang en verwijding van de bloedvaten naar het spijsverteringsstelsel. Deze zaken kosten het lichaam veel energie en worden dus het best aangestuurd vanuit de rustsituatie van het parasympathische zenuwstelsel.
Sympatisch deel
Het sympathische zenuwstelsel daarentegen zorgt voor actie en de zogenaamde “vecht of vlucht” reactie. Als we bijvoorbeeld door een leeuw zouden worden achtervolgd, zou het geen prioriteit geven aan de spijsvertering, maar zou het meer geïnteresseerd zijn dat de spieren zo goed mogelijk werken, zodat we kunnen wegrennen. Daarom, als het sympathische zenuwstelsel in het lichaam de overhand heeft, zal de spijsvertering eronder lijden. De spijsverteringsorganen krijgen dan minder prikkels en minder bloedtoevoer, wat allerlei problemen kan veroorzaken voor de darmen.
Neurotransmitters en choline tekort
Beide zenuwstelsels werken met stoffen, neurotransmitters genaamd, die zorgen voor de communicatie tussen de zenuwcellen. Eén daarvan, die door beide zenuwstelsels wordt gebruikt, heet acetylcholine. Zonder deze acetylcholine gaat de werking van beide zenuwstelsels fout. Acetylcholine zelf wordt gemaakt uit een andere stof, choline, waarin veel mensen een tekort blijken te hebben. Helaas is dit een feit dat niet goed bekend is bij artsen en therapeuten.
Choline komt voor in eierdooiers, orgaanvlees en, in mindere mate, fruit en noten. Jammer genoeg eten we te weinig eieren omdat de medische wereld nog steeds gelooft dat ze de cholesterol verhogen. Ook de consumptie van orgaanvlees is niet meer zo populair als vroeger.
Evenwicht tussen de zenuwstelsels is belangrijk
Behalve dat het zenuwstelsel uit balans raakt, kan een tekort aan choline leiden tot een aantal andere aandoeningen, waaronder leververvetting, dementie en vette aderen.
Kortom, als de twee delen van het zenuwstelsel uit balans zijn, zal het spijsverteringsstelsel daar zwaar onder lijden. We moeten dit evenwicht herstellen door de juiste voedingsstoffen in te nemen. Daarna kun je beginnen met het reinigen van het darmstelsel, waarna beschadigd weefsel weer kan worden opgebouwd met behulp van de juiste supplementen.